Ga naar de inhoud

Als praktijk en onderzoek elkaar vinden… dan groeit er een tijdschrift uit!

Dat is bij deze editie ook weer het geval. Verschillende collega’s uit Zuid en Noord hebben hun praktijk onder de loep genomen omdat ze zich er vragen bij stelden. In de eerste plaats om voor zichzelf goed te weten waar ze mee bezig zijn. Bestaat er evidentie voor de interventies die we toepassen? Hoe effectief zijn ze bij onze specifieke populatie? Wat kan er worden verbeterd en vanuit welke visie op de problematiek organiseren we die zorg? Ze hebben de moed gehad om collega’s te laten meekijken in hun praktijk en hebben de bevindingen aan het papier toevertrouwd. Hun redeneringen en ideeën kunnen aanzetten tot reflectie en mogelijk ook reactie, over de instituutsgrenzen en zelfs over de landsgrenzen heen.


We hebben in dit nummer heel wat interessante praktijkbijdragen, die beschreven en beredeneerd worden. Ingeborg Spek en Arjen Neven schreven een praktijkbijdrage over het gebruik van het elektrocardiogram in de geestelijke gezondheidszorg en de verslavingszorg. Het uitgangspunt is dat patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen en verslaving een verhoogd risico lopen op cardiovasculaire problematiek. Hun reflecties baseren ze op recente literatuur. Ze argumenteren om standaard een ECG te doen bij patiënten met ernstige psychiatrische aandoeningen en middelenverslaving.


Lyssa Toyinbo en collega’s hebben een proces van overleg begeleid tussen zeven Vlaamse algemene ziekenhuizen rond de zorg voor patiënten met overmatig alcoholgebruik. De bedoeling was om een protocol van richtinggevende adviezen te publiceren, een zorgpad alcohol. Het betreft screening, detectie, gebruik van benzodiazepines bij de alcoholontwenning en van vitaminesuppletie ter voorkoming van encephalopathie. De auteurs blijven kritisch bij de eigen richtlijnen waar ze vooral zijn voortgegaan op klinische expertise als er gebrek was aan wetenschappelijk onderzoek ter zake.


Elke Wuyts et al. beschrijven twee casussen waarbij een conventionele rookstopbehandeling met bupropion – de selectieve remmer van heropname van catecholamine – gecombineerd werd met een niet-invasieve hersenstimulatietechniek (tDCS). Deze goed gedocumenteerde casus suggereert dat de combinatie van tDCS en bupropion voor het stoppen met roken veilig kan worden uitgevoerd en goed wordt verdragen. De mogelijke synergie en de efficiëntie van beide behandelingen verdienen wel verder onderzoek.


Eva Blomme et al. deden een verkennend onderzoek naar aanknopingspunten voor preventieve acties bij cocaïnegebruik in Vlaanderen. Daarvoor onderzochten ze in een bezoekerssample van de Druglijn de gerapporteerde motieven voor cocaïnegebruik in hun relatie met parameters van riskant gebruik, onder andere frequentie van gebruik en hoeveelheid. Ze vonden dat wie gebruikte om gemoedstoestanden te veranderen – negatieve te verminderen, positieve te versterken – significant meer vormen van riskant gebruik vertoonde. Preventie-interventies kunnen inspelen op die motivatieprocessen om meer op maat te kunnen werken.
Klaartje van Hest en collega’s zijn actief in een Rotterdamse GGZ-instelling met een aanbod aan deeltijdbehandeling, verslaving en persoonlijkheid. Hun artikel beschrijft de achterliggende principes en de concrete werkwijze, de cognitieve gedragstherapie en de schematherapie, en de plaats van abstinentie. Het geeft een goed beeld van hoe het denken evolueerde van nadruk op symptomatisch herstel en vermindering van klachten, naar het realiseren van sociale en maatschappelijke doelen.


Ook in dit nummer is er een ervaringsverhaal. Het betreft een interview met Nancy, een psychiatrisch verpleegkundige die zelf een verslaving heeft gehad en nu als ervaringsdeskundige werkt in een mobiel ambulant team. Ik wou van haar weten of die ervaring van haar een betere verpleegkundig hulpverlener heeft gemaakt.


Ten slotte is er de rubriek ‘Abstract verpakt’, waar weer enkele interessante artikels worden voorgesteld die recent verschenen zijn in de internationale literatuur.
Traditiegetrouw zouden we nu starten met een column door Arnt Schellekens, maar eerst staan we even stil bij het overlijden van een gewaardeerde collega en eerste redactiesecretaris van dit tijdschrift, Anja Schillebeeks.