Als kind ben ik altijd al zoekende geweest en wilde ik ergens bij horen. Zo kwam ik op dertienjarige leeftijd in contact met oudere jongens, jointjes en alcohol. Later kwamen hier ook andere middelen bij zoals xtc en speed.
Thuis was er een gebrek aan emotionele verbinding en na het overlijden van mijn vader op mijn veertienjarige leeftijd, nam dit gebrek alleen maar toe. Hierdoor wilde ik zo snel mogelijk weg van mijn moeder alsmede om niets te moeten horen over mijn niet zo koosjere leven. Ik vond de mogelijkheid om te gaan studeren in Nederland.
Eenmaal in Nederland kwam ik al snel in contact met cocaïne. Ik was toen negentien. Ik weet nog heel goed dat ik me geweldig voelde, onoverwinnelijk, echt heel sterk. Ik had het idee dat ik erbij hoorde. Al mijn angsten en onzekerheden vielen weg. Hier begon meteen mijn moeilijke huwelijk met mijn middel. Studies, werk, alles ging gepaard met laksheid en gebruik. Zelfs zwangerschappen hielpen me niet om te stoppen. Bij de derde zwangerschap heb ik af en toe gebruikt en heb ik besloten geen borstvoeding te geven omdat ik zo snel mogelijk opnieuw wilde gebruiken. Toen had ik eigenlijk al kunnen weten dat ik wel degelijk een verslavingsprobleem had. Het heeft toch nog zes jaar geduurd alvorens in totale zelfdestructie te belanden.