In dit artikel pleiten we voor een opwaardering van advocacy binnen verslavingspreventie, aangezien meer gerichte aandacht de impact ervan kan bevorderen. We bespreken wat advocacy is, wat het voor verslavingspreventie kan betekenen en tevens de belangrijkste voorwaarden om hieraan bij te dragen.
Inleiding
Voor een toenemende groep professionals die zich bezighouden met de preventie van middelengebruik en verslaving – verder aangeduid als preventiewerkers – vormt het Europees Preventie Curriculum (EUPC) (1) een belangrijke referentie voor hun praktijk. Het EUPC is een gestandaardiseerde training in wetenschappelijk onderbouwde middelenpreventie. Het doel is om de effectiviteit van verslavingspreventie te verbeteren. Ook in Vlaanderen en Nederland worden regelmatig EUPC-trainingen georganiseerd. Het EUPC-handboek bundelt de domeingebonden wetenschappelijke kennis en omvat 167 pagina’s, verdeeld over tien hoofdstukken. Het laatste hoofdstuk, dat slechts drie pagina’s telt, behandelt advocacy, wat in het Nederlands doorgaans vertaald wordt als pleitbezorging of belangenbehartiging. In de literatuur zijn diverse definities van dit begrip te vinden. Sommige benadrukken het politieke aspect, andere belichten vooral de invloed op de publieke opinie. Pleitbezorging kan ook gericht zijn op individuen, wat case-advocacy wordt genoemd. In dit artikel definiëren we advocacy als een politiek proces dat gericht is op het beïnvloeden van het overheidsbeleid en financieringsstromen, waarbij verandering en impact sleutelbegrippen zijn.