Ga naar de inhoud

Is er nog plaats voor wetenschappelijk onderzoek naar verslaving en herstel?

Verslaafd worden, verslaafd zijn en ervan herstellen zijn complexe processen met somatische, neurobiologische en medicamenteuze aspecten en psychologische, relationele en sociologische dimensies. Ze kunnen in verschillende mate doorwegen en de kunst bestaat er vaak in om de juiste invalshoek op het juiste moment te vinden, zonder de andere aspecten uit het oog te verliezen en ook om flexibel te schakelen tijdens het hersteltraject.

Het Tijdschrift Verslaving & Herstel wil de wetenschappelijke evoluties op de verschillende vlakken verspreiden en vertalen naar de dagelijkse praktijk maar ook de vinger aan de pols houden wat de maatschappelijke evoluties betreft. En dat laatste is momenteel niet geruststellend. Als de verdraagzaamheid naar minderheidsgroepen en kwetsbaren afneemt, wat gaat dit betekenen voor mensen met een middelengebonden stoornis? Worden economische principes belangrijker dan solidariteit? Neemt repressie toe en neemt preventie (nog) af? Zal er nog budget zijn om onderzoek te doen als zelfs ‘mental health’ een verboden term wordt?

In dit nummer willen we in ieder geval een lans breken voor effectieve preventie (Laleman e.a.), voor kwetsbaarheid door trauma (Schamp e.a), door verslaving of door armoede (Stollenga). Zowel medische wetenschappen (Van den Bogaert e.a.) als psychologische behandelingen (Vos e.a.) komen aan bod.  En een ervaringsverhaal (de Haan) illustreert wat het betekent voor de zorgvrager om in het zorglandschap de juiste plek te vinden.   

Neurobiologische verklaringsmodellen van verslaving kunnen ontmoedigend zijn, deterministisch, fatalistisch zelfs. Gelukkig heeft Arnt Schellekens dit gesloten model voor ons geopend in zijn column. Er valt duidelijk nog veel te ontdekken op dat vlak.

Maar kritisch moeten we altijd blijven, want ook wat wetenschap heet, is niet waardenvrij en staat vaak onder druk. Zie ook het ‘Abstract Verpakt’ van deze maand.

Frieda Matthys, hoofdredacteur