Een klinische toepassing van het harm reduction model
Benzodiazepines worden als medicatiegroep wijdverspreid gebruikt, maar volgens de courante richtlijnen quasi enkel aangeraden voor gebruik in de acute fase wegens hun nevenwerkingen en risico’s, zoals het optreden van tolerantie en daaruit voortvloeiend verslavend potentieel. Maar kan langdurig benzodiazepinegebruik, indien andere behandelingen falen, soms toch overwogen worden om erger te voorkomen?
We exploreren deze vraag in een literatuurstudie en aan de hand van volgende casus. Een 48-jarige man met multicomplex neuro-psychiatrisch toestandsbeeld en polyfarmaceutisch benzodiazepineschema wordt aangemeld voor verdere ambulante opvolging, waarbij stabilisatie van het bestaande toestandsbeeld als voornaamste doel werd vooropgesteld.
Inleiding
Benzodiazepines kennen als medicatiegroep een gemengde positie in het psychiatrische landschap. Enerzijds is hun sederend en angstremmend potentieel erg dankbaar voor gebruik bij acute, ernstige psychiatrische toestandsbeelden. Anderzijds creëert langdurig gebruik het gekende risico op abusus en uiteindelijk afhankelijkheid, waarbij plotse onthouding tot delier en epilepsie kan leiden [1].