Ik schrijf dit op de dag dat paus Franciscus is begraven. Een indrukwekkend gebeuren daar in Rome. Of je nu gelovig bent of niet, de preek van kardinaal Battista Re bevatte heus inspirerende woorden.[1] En nee… deze column zal niet gaan over het alpha en omega van de katholieke kerk. Maar de boodschap dat wij ons “moeten bekommeren om onze medemensen in nood, mensen die (over)leven aan de rafelranden van de maatschappij”, daar moeten wij onze oren en ogen niet voor sluiten. “Niemand wordt gered in eenzaamheid…” En dat is een waar woord.
Toch vraag ik mij af hoe ver deze boodschap afstaat van onze dagelijkse routine, in de maatschappij, in de spreekkamer, op afdelingen en maatschappelijke opvangplekken. Hoe vaak vallen de mensen met de hoogste psychische nood niet tussen wal en schip? “Nee, wij kunnen deze persoon zonder vaste verblijfplaats niet opnemen, want dan krijgen we die niet meer weg van de afdeling” of “Nee, als er ook sprake is van middelengebruik, dan is er geen plek in de opvang” of “Nee, de complexiteit van deze comorbiditeit kunnen wij hier niet aan” of “Nee, dit valt buiten onze regio”. Op zichzelf goed te volgen argumenten. Tot op zeker hoogte. Maar verschuilen wij ons niet te veel achter regeltjes, financiële drempels en rationele argumenten bij wijze van cognitieve dissonantie?
Cognitieve dissonantie verwijst naar onze onbewuste neiging om onze mening aan te passen aan ons gedrag, als het ware om deze voor onszelf goed te praten. De Griekse dichter Aesopus schreef hier al over (in de zesde eeuw voor Christus!) in een van zijn fabels over dieren die zich gedragen als mensen. Een hongerige vos zag een tros druiven hangen. De tros hing echter net buiten zijn bereik, al stond hij op zijn achterpoten. Na alles geprobeerd te hebben gaf hij op. Maar, hij liep weg met geheven hoofd, alsof het hem niet deerde… “Ik dacht dat die druiven rijp waren,” zei hij tegen zichzelf, “maar nu zie ik dat ze toch zuur zijn.”
Naast het feit dat we deze vos de laatste tijd veelvuldig terugzien in de (inter)nationale politiek, is niets menselijks ook u en mij vreemd. Wat doen wij tegen de begrijpelijke neiging om de meest complexe problemen uit de weg te gaan? Wat doen wij tegen de financiële prikkel om toch vooral goed behandelbare patiënten te selecteren aan de poort? Wat doen wij om te zorgen dat ook mensen met verslaving en dakloosheid de zorg krijgen die zij nodig hebben? Wat doen wij als iemand weer eens ontslag krijgt aangezegd als gevolg van terugval? Wat doen wij tegen de afbraak van maatschappelijke opvangplekken, gebruikersruimten en andere Harm Reduction-strategieën waar ik eerder over schreef?
Een mooi voorbeeld is de Alpha Quick Scan, recent uitgebracht door Mainline, over flakka-gebruik in Nederland.[2] Het betreft een gedegen kwalitatief onderzoek naar gebruik van flakka, de daarmee geassocieerde problemen en mogelijke oplossing. De belangrijkste conclusie: het betreft hier een gemarginaliseerde groep mensen, veelal dakloos, soms met migratieachtergrond, die nergens terecht kan, wordt afgewezen bij de opvang en de drugs zullen gebruiken die goedkoop en beschikbaar zijn. Het door de Nederlandse overheid ingestelde parapluverbod op alle alpha’s (cathinonen) lijkt te hebben gewerkt om overlast te doen verminderen, omdat daarmee de beschikbaarheid daalde en de prijs steeg. Conclusie vanuit de overheid: onze aanpak is effectief… Conclusie Mainline: er is niets opgelost voor deze groep mensen. Sterker nog, het is wachten op problemen met het volgende middel als wij niet beter zorgen voor deze mensen. Als de synthetische opioïden (nitazenen) deze groep bereiken, zijn de gevolgen, inclusief toegenomen mortaliteit, niet te overzien. Het lijkt niet zo zeer de vraag of, maar wanneer de nitazenen ook in onze Lage Landen hun intrede doen.
Laten wij, ongeacht onze geloofsovertuiging, de boodschap uit Rome volgen en ons dus bekommeren om deze mensen die (over)leven aan de rafelranden van de maatschappij. Wij moeten over de grenzen van onze eigen afdeling, instelling en werkgebied samenwerken met anderen (“niemand wordt gered in eenzaamheid”) en de complexiteit die daarbij hoort niet uit de weg gaan maar juist omarmen. Wij hoeven niet Roomser te zijn dan de (overleden) paus. Maar ons ook niet verschuilen in cognitieve dissonantie. Dat doen onze politici wel voor ons.
Noten
[1] Hier na te lezen: https://cbcpnews.net/cbcpnews/full-text-cardinal-res-homily-for-pope-francis-funeral
[2] Lees het rapport hier: https://www.rapporteurverslavingen.nl/documenten/2025/02/12/flakka-rapport-mainline
Auteur
Arnt Schellekens, MD PhD, werkt als psychiater en onderzoeker bij Radboudumc en Donders Institute for Brain, Cognition and Behavior en is als wetenschappelijk directeur verbonden aan het Nijmegen Institute for Scientist-Practitioners in Addiction (NISPA).