Dit onderzoek bestudeert de subjectieve ervaring van Vlaamse adolescenten (hogeschool- en universiteitsstudenten van 17-25 jaar) met psychotrope medicatie (benzodiazepines en/of antidepressiva) tijdens de COVID-19-pandemie. Aan de hand van een narratieve analyse, meer specifiek door het bekijken van de ziekte- en medicatienarratief, tracht dit onderzoek de betekenissen te begrijpen die deze jongeren ontwikkelen met betrekking tot hun mentale gezondheidsproblemen en het daaruit volgend medicatiegebruik.
Inleiding
Tijdens en in de nasleep van de COVID-19-pandemie is het gebruik van psychotrope medicatie toegenomen. In de vijfde COVID Gezondheidsenquête van Sciensano (afgenomen in december 2020) gaf in de leeftijdsgroep tussen 18 en 24 jaar maar liefst 75% van zij die benzodiazepines gebruikten aan daarmee gestart te zijn of hun inname te hebben verhoogd sinds het begin van de pandemie [1]. Daarnaast gebruikt momenteel 7,6% van de jongeren boven de 15 jaar antidepressiva en lijdt 16% van de 16- tot 24-jarigen aan depressieve stoornissen, vergeleken met 10% in 2018 [1, 2]. De stijging in voorschriften houdt sinds begin 2021 aan en vertoont een gendereffect waarbij de stijging vooral zichtbaar is bij jonge vrouwen [3].