Ga naar de inhoud

Middelengebruik in de verschillende fasen van psychose

Het is vooralsnog niet volledig duidelijk hoe men de verhoogde prevalentie van middelengebruik bij patiënten met een psychose kan verklaren. Om de kennis op dit gebied te vergroten werd de relatie onderzocht tussen middelengebruik (roken, cannabis en alcohol) en meerdere klinische en psychosociale uitkomsten bij patiënten met verschillende stadia van psychose.

Inleiding

Bij patiënten met psychose is het gebruik van middelen sterk verhoogd. Onder mensen met de meest ernstige vorm van psychose – schizofrenie – rookt 60 tot 80% [1], terwijl dat in de algemene populatie zo’n 20% is [2]. Ook gebruiken patiënten met schizofrenie twee keer zo vaak cannabis [3] en is het gebruik van grote hoeveelheden alcohol vier keer zo hoog [4]. Middelengebruik heeft allerlei nadelige effecten voor mensen met schizofrenie, waaronder een slechter functioneren, meer terugval, meer ziekenhuisopnames en suïcides [5, 6]. Bij patiënten met een verhoogd risico op psychose (ook wel de ‘ultrahoog risicogroep’, afgekort UHR) is het gebruik van middelen ook al verhoogd vergeleken met de algemene populatie [7, 8], maar in mindere mate vergeleken met patiënten bij wie de diagnose schizofrenie is gesteld. Het is nog niet helemaal duidelijk hoe men de verhoogde prevalentie van middelengebruik bij patiënten met (een verhoogd risico op) psychose kan verklaren. Om de kennis op dit gebied te vergroten, hebben wij de relatie onderzocht tussen middelengebruik en meerdere klinische en psychosociale uitkomsten bij patiënten met verschillende stadia/fasen van psychose. 

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us