Ga naar de inhoud

Overzicht

Cocaïnepreventie in Vlaanderen: geen one size fits all

Cocaïnegebruik in Vlaanderen lijkt toe te nemen, in het bijzonder in specifieke settings. Ook het aantal behandelingsaanvragen voor cocaïneverslaving in de alcohol- en drughulpverlening is toegenomen. De reputatie van cocaïne als sociale drug en de onderschatting van de gevolgen van cocaïnegebruik lijken te zorgen voor een positieve publieke perceptie van cocaïne. Toch bestaat geen eenduidig beeld op de doelgroep van mensen die cocaïne gebruiken. Nochtans is een adequate beeldvorming een essentiële voorwaarde voor het ontwikkelen van preventie op maat. Aan de hand van een mixed-method strategie waarbij drie kwalitatieve en kwantitatieve onderzoeksmethoden worden gecombineerd, geeft dit onderzoek inzicht in de motieven van cocaïnegebruik en brengt het aanknopingspunten voor preventie in kaart. De resultaten tonen aan hoe bepaalde motieven voor cocaïnegebruik samenhangen met meer of minder risicovolle patronen van gebruik en beschrijven hoe preventie-interventies daarop kunnen inspelen.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Het gebruik van transcraniële gelijkstroomstimulatie gecombineerd met bupropion voor de behandeling van een patiënt en diens partner met rookverslaving

Het gecombineerde gebruik van bupropion en tDCS kunnen mogelijk complementaire effecten hebben op de neurobiologische systemen die betrokken zijn bij nicotineafhankelijkheid. Bupropion kan de ontwenningsverschijnselen verlichten, terwijl tDCS de neuronale circuits die betrokken zijn bij hunkering en het beloningssysteem kan moduleren. Dit artikel beschrijft een partner-behandelcasus van een 38-jarige vrouw en een 35-jarige man die respectievelijk 17 en 13 jaar nicotine rookten.

Inleiding

Transcraniële gelijkstroomstimulatie of Direct Current Stimulation (tDCS) is een niet-invasieve hersenstimulatietechniek die veelbelovend is voor het ondersteunen van rookstop [1]. tDCS werkt mogelijk door het moduleren van neuronale signalen in de mesocorticolimbische paden van de hersenen, wat resulteert in verminderde trek, verbeterde impulscontrole en verminderde frequentie van het roken, terwijl het veilig is en goed wordt verdragen bij rokers [1-2]. Bupropion, een dopamine- en noradrenalineheropnameremmer, is op de markt beschikbaar als medicamenteuze ondersteuning bij rookstopbegeleiding en verdubbelt de kans op succesvolle rookstop vergeleken met placebo [3]. Bupropion vermindert het verlangen naar nicotine en verlicht ontwenningsverschijnselen vergeleken met placebo [3], echter kan bupropion ook bijwerkingen geven, waarvan de meest ernstige dosisafhankelijke convulsies betreft. tDCS toont op het vlak van risico voor convulsies eerder inconsistente resultaten, variërend van het verlagen van de convulsieve drempel tot het verhogen van deze drempel [4-5]. Het gecombineerde gebruik van bupropion en tDCS kunnen mogelijk complementaire effecten hebben op de neurobiologische systemen die betrokken zijn bij nicotineafhankelijkheid. Bupropion kan de ontwenningsverschijnselen verlichten, terwijl tDCS de neuronale circuits die betrokken zijn bij hunkering en het beloningssysteem kan moduleren. Enerzijds kan tDCS resulteren in een sterker klinisch effect, anderzijds bestaat de ongerustheid dat dit kan worden geassocieerd met meer bijwerkingen. Echter, het gecombineerde gebruik van bupropion en tDCS en hun effectiviteit en veiligheid bij rookstop werd niet eerder onderzocht. 

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Richtinggevende adviezen voor de ontwikkeling van een zorgpad alcohol (preventie, detectie en behandeling) in een algemeen ziekenhuis

Vlaamse ziekenhuizen hebben een variëteit aan klinische protocollen in de zorg voor patiënten die overmatig alcohol gebruiken. Daarnaast is er gebrek aan duidelijke implementeerbare richtlijnen en wetenschappelijke literatuur over dit thema. Er werd daarom een werkgroep opgericht, met als doelstelling om meer uniforme en kwaliteitsvolle adviezen te ontwikkelen voor de uitwerking van een zorgpad rond alcohol binnen een ziekenhuis. Op basis van uitwisseling van expertise en de manier van werken van de verschillende ziekenhuizen enerzijds, en bevindingen uit de wetenschappelijke literatuur anderzijds, werden richtinggevende adviezen samengebundeld, toepasbaar op patiënten van 16 tot 75 jaar. De adviezen bespreken volgende thema’s: screening en detectie van riskant alcoholgebruik en -ontwenning met behulp van de AUDIT-C, het gebruik van de CIWA-Ar en benzodiazepines bij de preventie en behandeling van alcoholontwenning, en het gebruik van vitaminesuppletie ter preventie en behandeling van Wernicke encefalopathie. De richtinggevende adviezen dragen bij aan een efficiënter ontwikkelingsproces en deskundigheidsbevordering van het zorgpad rond alcohol in de deelnemende ziekenhuizen en kunnen andere ziekenhuizen ondersteunen in de ontwikkeling van een kwalitatief zorgpad rond alcohol. Verder onderzoek is nodig om de implementatie van de adviezen in de praktijk te beoordelen.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Meer of minder ecg’s in de GGZ en verslavingszorg?

Patiënten met een ernstig psychiatrische aandoening en verslaving hebben een hoger risico op cardiovasculaire problematiek, zoals QTc-verlenging op het ecg, metabool syndroom en myocardinfarct. In dit artikel wordt bekeken of het standaard afnemen van een ecg bij elke opgenomen patiënt met een ernstige psychiatrische aandoening (EPA) en verslaving nuttig is. Er werden vijf artikelen geïncludeerd; vier cross-sectionele onderzoeken en één longitudinaal onderzoek. In alle onderzoeken werd aangetoond dat deze patiëntengroep een verhoogd risico loopt op cardiovasculaire problematiek en dat screening middels een ecg deze problemen kan opsporen.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Een broodnodige herwaardering van schadebeperking!

Denkt u weleens na over welke doelen u heeft in uw leven? Wordt u daartoe uitgedaagd in de vorm van een Individueel Ontwikkel Plan (IOP) als vast onderdeel van het jaargesprek? Of gaat u zover dat u met uw partner of vrienden om de zoveel maanden terugblikt, evalueert en in een Plan-Do-Check-Act (PDCA) cyclus plannen maakt voor de komende periode? En mocht dit zo zijn, prijkt ‘iets niet of minder doen’ dan bovenaan uw lijstje, of formuleert u toch vooral positieve doelen voor uzelf?

Ik vraag wekelijks aan mijn patiënten wat hun doelen zijn voor de behandeling. Soms is dat abstinentie van wat voor middel of gedrag dan ook. Dat is gemakkelijk voor mij, want daar kun je de behandeling vervolgens meteen op richten. Veel vaker gaat het echter om heel andere doelen, zoals een ouderrol oppakken, werk of opleiding, een sociaal leven of een eigen plek om te wonen. Door de ‘herstelbeweging’ zijn behandelaren zich bewuster geworden van het verschil tussen het verminderen van klachten en een toename van functioneren en welbevinden op verschillende terreinen in het leven. Abstinentie kan een doel op zich zijn, maar is toch veel vaker een middel om andere doelen in het leven te verwezenlijken.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Abstract verpakt

Kan verminderen van het gebruik ook een behandeldoel zijn?

In een gepoolde dataset van 13 RCT’s werden een aantal indicatoren gemeten bij personen in behandeling voor verslaving aan stimulerende middelen (cocaïne en amfetamines) die geen abstinentie bereikten maar hun gebruik wel reduceerden. Die groep was overigens groter dan de abstinenten. Verminderd gebruik werd significant geassocieerd met een afname van de craving naar de primaire drug, drugszoekend gedrag, ernst van depressie, evenals meerdere maten van algemene verbetering in psychosociaal functioneren en ernst van drugsgerelateerde problemen, zij het minder sterk dan bij onthouding. Outcome-onderzoek zou verbreed kunnen worden om deze klinische indicatoren van herstel niet te negeren.

Amin-Esmaeili, M., Farokhnia, M., Susukida, R., Leggio, L., Johnson, R.M., Crum, R.M., & Mojtabai, R. (2024). Reduced drug use as an alternative valid outcome in individuals with stimulant use disorders: Findings from 13 multisite randomized clinical trials. Addiction, 119(5): 833-843. doi: 10.1111/add.16409.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Drugsontmoediging als communityopgave

Naar een ander paradigma

Het Nederlandse drugsbeleid is meer gericht op harm reduction dan op drugsontmoediging. Dit hangt samen met het ontbreken van pasklare evidence-based oplossingen voor drugsontmoediging en met terughoudendheid bij verslavingspreventie én overheid om campagnes en communicatie rond dit thema te ontwikkelen. Zij zijn met name bezorgd dat communicatie kan aanzetten tot gebruik en tot stigmatisering van gebruikers. In dit artikel pleiten we voor een evidence-informed benadering van drugsontmoediging, die zich niet alleen op individuen richt maar veel meer op ‘communities’. Communicatie richt zich dan met name op mobilisering van een community om in actie te komen, naleving van de wet en communiceren van normen en gedragsregels in de community. We formuleren zes aanbevelingen voor communicatie om drugsgebruik te ontmoedigen. Op deze manier is communicatie over drugsontmoediging niet alleen zinvol, maar ook onmisbaar in een verstandig drugsbeleid.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Dan toch de weloverwogen keuze: herstel

Als kind ben ik altijd al zoekende geweest en wilde ik ergens bij horen. Zo kwam ik op dertienjarige leeftijd in contact met oudere jongens, jointjes en alcohol. Later kwamen hier ook andere middelen bij zoals xtc en speed.

Thuis was er een gebrek aan emotionele verbinding en na het overlijden van mijn vader op mijn veertienjarige leeftijd, nam dit gebrek alleen maar toe. Hierdoor wilde ik zo snel mogelijk weg van mijn moeder alsmede om niets te moeten horen over mijn niet zo koosjere leven. Ik vond de mogelijkheid om te gaan studeren in Nederland.

Eenmaal in Nederland kwam ik al snel in contact met cocaïne. Ik was toen negentien. Ik weet nog heel goed dat ik me geweldig voelde, onoverwinnelijk, echt heel sterk. Ik had het idee dat ik erbij hoorde. Al mijn angsten en onzekerheden vielen weg. Hier begon meteen mijn moeilijke huwelijk met mijn middel. Studies, werk, alles ging gepaard met laksheid en gebruik. Zelfs zwangerschappen hielpen me niet om te stoppen. Bij de derde zwangerschap heb ik af en toe gebruikt en heb ik besloten geen borstvoeding te geven omdat ik zo snel mogelijk opnieuw wilde gebruiken. Toen had ik eigenlijk al kunnen weten dat ik wel degelijk een verslavingsprobleem had. Het heeft toch nog zes jaar geduurd alvorens in totale zelfdestructie te belanden.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us