Ga naar de inhoud

Overzicht

Cocaïne en seks: een catch-22?

Cocaïne is een stimulator van het centraal en perifeer zenuwstelsel en de meest gebruikte illegale stimulerende drug in Europa. Op korte termijn kan cocaïne de intensiteit van de seksuele ervaring en het seksueel verlangen verhogen. In dit artikel onderzochten we de seksuele disfuncties die optreden bij langdurig cocaïnegebruik (langer dan één jaar) bij volwassenen mannen en vrouwen, of er herstel optreedt na stopzetting van gebruik en of er een verband is met bestaande seksuele problemen voorafgaand aan het gebruik van cocaïne. De resultaten van deze studie tonen aan dat langdurig cocaïnegebruik leidt tot tal van seksuele disfuncties bij zowel mannen als vrouwen met daling van seksueel interesse en verlangen, meer erectie- en opwindingsstoornissen, meer orgasmestoornissen en meer pijnproblemen, die vaak persisteren na het stopzetten van het gebruik. De neerwaartse regulatie van de dopaminerge receptoren en het ontstaan van hyperprolactinemie en gedaald testosteron wordt als onderliggende hypothese naar voren geschoven. Bovendien wordt cocaïne vaak als zelfmedicatie ingezet bij reeds bestaande seksuele problemen. Hulpverleners binnen de verslavingszorg dienen actief het seksuele (dis)functioneren van cocaïnegebruikers te bevragen. Bij seksuele problemen dient een behandelplan opgesteld en gestart te worden.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Drughulpverlening in de gevangenis: welke richting moeten we uit?

Beleidsaanbevelingen uit beleid en praktijk van sleutelfiguren van het project Drugs en Detentie
in de gevangenis van Hasselt

Druggebruik in Belgische gevangenissen is hoog, terwijl de drughulpverlening in detentie ontoereikend en versnipperd is. In 2017 startte de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid een pilootproject drughulpverlening voor gedetineerde personen op, als eerste stap richting een volwaardig zorgaanbod. In dit onderzoek worden de beleidsdocumenten voor dit pilootproject kritisch onder de loep genomen door sleutelfiguren bij het pilootproject in de gevangenis van Hasselt. Er wordt onderzocht of dit beleid voldoende afgestemd is op de individuele noden van druggebruikende gedetineerde personen en hoe het beleid versterkt kan worden. 23 semigestructureerde interviews werden afgenomen met beleidsmakers, gevangenisdirectie en (zorg)personeel. De resultaten tonen aan dat er nood is aan een geïntegreerde en integrale visie op penitentiaire gezondheidzorg, waar drughulpverlening deel van uitmaakt. Dit vraagt een vlotte samenwerking tussen welzijns-, gezondheids- en justitiële actoren. De participanten benadrukken de noodzaak van een gedifferentieerd zorgaanbod dat aansluit bij de noden van gedetineerde personen, dat toegankelijk is en waarvan de kwaliteit(smeting) wordt gegarandeerd. Deze resultaten liggen grotendeels in lijn met internationale aanbevelingen en tonen duidelijk aan dat er nog ruimte voor verbetering is wat betreft beleidsvorming voor drughulpverlening in de gevangenis in België.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Kleine verhalen: over de therapiehond en nog veel meer

Dit artikel wil geen wetenschappelijk overzicht geven van het belang van sociaal herstel en het ervaren van betekenisvolle verbindingen in het herstel van een verslaving. Het wil jullie wel deelgenoot maken van twee kleine verhalen: kleine maar betekenisvolle verhalen die zich afspeelden in De Spiegel. Verhalen die niet passen binnen de evidence-based praktijk of therapie met de grote T, maar waarvan ik wel overtuigd ben dat ze betekenisvol zijn voor de mensen die deelgenoot waren (of nog steeds zijn) in het verhaal.

Inleiding

In De Spiegel zijn we ons al lang bewust van het belang van inzetten op sociaal herstel. Daarom dat bewoners van de therapeutische gemeenschap (TG), na ongeveer drie maanden, op zoek gaan naar een hobby in teamverband in een club in de Leuvense regio. Zo ontdekken de bewoners opnieuw wat ze graag doen (zonder drugs) en komen ze in contact met, wat ze zelf noemen, ‘cleane mensen’. Vaak gaat dit in het begin gepaard met de nodige angst(en). Ga ik weten wat te zeggen, gaan ze me wel aanvaarden in de groep, zeg ik dat ik in De Spiegel verblijf of niet? Stigma en zelfstigma spelen hierin een rol.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Herstelverhaal van een alcoholist

01.30 uur zaterdag 22 november jaren geleden, na weeral een uitgelopen buitenhuis drinkgelag: “Naar AA of buiten!” Ik was bijna op slag nuchter toen ik het licht in de slaapkamer aandeed en deze woorden naar mijn hoofd geslingerd kreeg. Het wachten beu, was mijn vrouw eens te meer alleen gaan slapen en lag ze waarschijnlijk al uren wakker vol ingehouden frustraties en woede; hoe zal hij eruit zien? Ik mompelde nog wat excuses en goedpraterij, maar niets hielp. Bang de ochtend afgewacht en toen deed ik een belofte – de hoeveelste keer? – om te stoppen met drinken. Meer nog, ik nam het initiatief om diezelfde dag hulp te zoeken. Ik belde een ver familielid op van wie ik wist dat hij ook met dat probleem gezeten had. Wij daarheen en daar vertelde ik hem mijn jarenlange strijd waartegen ik alleen niet was opgewassen. Het kwam er met horten en stoten uit, er vloeiden traantjes want het zat diep. Van Louis vernam ik hoe hij al vijftien jaar nuchter was, dankzij de zelfhulpgroep AA. Mijn besluit stond rotsvast, eindelijk kon ik laten zien dat ik mijn eerste stap op het nuchtere pad ging zetten, ik voelde me zelfverzekerd.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Precisietherapie

In Nederland is de nieuwe ‘Multidisciplinaire Richtlijn Stoornissen in het gebruik van alcohol’ een feit! Dat mag een klein feestje zijn voor de Nederlandse verslavingszorg, want de vorige richtlijn was alweer dertien jaar oud en op punten ook echt verouderd. Bij het opstellen van de nieuwe richtlijn werd ik blij van alle nieuwe evidentie die er is. Bijvoorbeeld de groeiende evidentie voor de inzet van zelfhulp en ervaringsdeskundigheid. Dit veld is nog jong en placebogecontroleerde, dubbelblinde, gerandomiseerde trials zijn in dit domein niet makkelijk uit te voeren. Daarmee kom je niet snel tot een aanbeveling met het hoogste niveau van bewijskracht. Maar laten we eerlijk zijn, dat geldt eigenlijk ook wel een beetje voor verschillende psychotherapieën.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Impact van de COVID-lockdown op verslaving

Een online bevraging bij verslaafden uit de Belgische Zuiderkempen

Wereldwijd heeft de coronapandemie (COVID-19) een negatief effect op verslaving en verslavingszorg. Een verminderde immuniteit bij alcoholisme, hypoxie door oppervlakkigere ademhaling en longlijden bij opioid-verslaving, longlijden en cardiomyopathie bij methamfetamine-verslaving, en ten slotte ook risicogedrag (onder meer delen van middelen) zijn alle factoren die verslaafden mogelijk, maar niet bewezen, gevoeliger maken voor (respiratoire) infecties. [1-3] Dit geldt bij uitbreiding voor de populatie met psychiatrische comorbiditeit: zij hebben een hogere kans op opname, op intensieve zorgnoden en overlijden. Nochtans komen zij niet voor in de lijsten voor voorrang bij vaccinatie. [4]

Inleiding

Stress en angst zorgen voor meer alcohol- en middelengebruik als copingmechanismen waarbij de huidige coronapandemie aan de basis kan liggen van een groter aantal nieuwe personen met een verslavingsprobleem de komende jaren. [5-8] Mahua Jana Dubey verwoordt het zeer treffend: “Zowel COVID-19 als verslaving zijn pandemieën die op het punt staan te botsen en samen een grote bedreiging voor de volksgezondheid te vormen.” [9]

De impact van de pandemie en de richtlijnen en maatregelen om coronaproof te werken zijn immens. Net in een periode waar er meer nood is aan verslavingszorg, worden ambulante begeleidingsprogramma’s afgebouwd of gestopt en wordt vrijwel uitsluitend begeleiding op afstand als alternatief aangeboden. [10-12] Ondanks de ontwikkeling van alternatieven voor begeleiding bereikt de hulpverlening een deel van de verslaafden niet meer. [13-16]

De bestaande literatuur belicht vooral de ervaringen van de hulpverleners en hoe ze hun werking aanpassen aan de veranderde situatie en de richtlijnen. Ook is er al kennis vergaard over de impact op de verschillende actoren in de verslavingszorg tijdens de lockdowns en in welke mate de cliënten nog bereikt worden. Wetenschappelijke gegevens over hoe de cliënten met een verslaving zelf de veranderde begeleiding percipiëren, zijn nog niet beschikbaar. Wij wilden nagaan hoe de cliënten, een belangrijke stakeholder (naast de nulde- tot tweedelijnshulpverleners) in ons unieke Kempisch transmurale verslavingszorgmodel de lockdown, de pandemierichtlijnen en de aangepaste begeleiding hebben ervaren. Verder wilden we nagaan welke begeleiding standhield en hoe afdoend de cliënten deze vonden.

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Bariatrische chirurgie

De aderlating van de eenentwintigste eeuw?

De prevalentie van obesitas neemt de laatste decennia wereldwijd toe. Jaarlijks sterven volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) minstens 2,8 miljoen mensen aan de complicaties van overgewicht of obesitas [2]. De ‘obesitasepidemie’ weerspiegelt zich ook in het stijgende aantal patiënten dat in aanmerking komt voor bariatrische chirurgie. Enkel indien levensstijlaanpassingen en/of medicamenteuze behandeling ontoereikend blijken, kan geopteerd worden voor metabole en bariatrische chirurgie (MBS).

Inleiding

In 2016 ondergingen in België 13.382 patiënten een bariatrische ingreep: een stijging van bijna 80% tegenover 2009. Er wordt enkel terugbetaling voorzien indien de body mass index (BMI) hoger of gelijk aan 40 is of ≥35 indien sprake van somatische comorbiditeit. Daarnaast is een gedocumenteerde dieetbehandeling zonder blijvend succes vereist, alsook dient een multidisciplinaire evaluatie plaats te vinden [3].

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Ervaringen met intra-groupstigma

Onderzoek bij cliënten vaneen opiaatsubstitutiebehandeling

Bij de behandeling van personen met een opiaatafhankelijkheid is, zowel in België als in Nederland, sinds de jaren tachtig de aandacht verschoven van hulpverlening gericht op abstinentie naar laagdrempelige substitutiebehandelingen met opiaatagonisten [1-3].

Inleiding

Opiaatsubstitutiebehandelingen vormen een van de meest effectieve behandelingen binnen de verslavingszorg [4,5]. Eerdere studies stelden vast dat het volgen van een opiaatsubstitutiebehandeling het sociaal functioneren, de jobopportuniteiten en de algemene levenskwaliteit verhoogt [6]. Daarnaast is de behandeling in staat de criminele betrokkenheid, overdosering en de transmissie van virale infectieziektes zoals HIV terug te dringen [7]. Ondanks de sterke wetenschappelijke evidentie voor opiaatsubstitutiebehandelingen, ondervinden cliënten stigmatisering in hun dagelijkse leven [3,8]. Dit is problematisch, aangezien stigma’s een van de belangrijkste barrières voor herstel vormen binnen de verslavingszorg [9].

Het stigma bij de publieke opinie tegenover cliënten is gebaseerd op de assumptie dat ze louter het geconsumeerde genotsmiddel vervangen. De behandelingen zouden dus de verslaving niet ‘genezen’ [10,11]. Deze veronderstelling blijft hardnekkig, ongeacht de recente opkomst van de herstelbeweging en de erkenning van opiaatafhankelijkheid als een chronische aandoening in de literatuur [12]. Personen die geconfronteerd worden met stigma in de maatschappij, proberen vaak een functionele sociale identiteit te behouden en hun sociale welbevinden te beschermen tegen de stress van discriminatie. De sociale identiteit is een concept dat verwijst naar wie een persoon is in het licht van de groepen waarvan men deel uitmaakt [13].

De voornaamste copingmechanismen in de literatuur zijn geheimhouding [14], verdoving zoeken, sociaal isolement en ‘intra-group stigma’ [15]. Bij intra-group stigma stigmatiseren leden van gemarginaliseerde populaties elkaar om zich van de gemarginaliseerde groep te onderscheiden [16]. Intra-group stigma houdt dus in dat groepsleden een hiërarchie creëren waardoor de meest kwetsbare leden verder gestigmatiseerd worden [17,18].

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us

Wat is het belang van zelfhulpgroepen voor cliënten met een dubbele diagnose?

Comorbiditeit tussen psychische problemen en problemen in het gebruik van een middel (meestal aangeduid als ‘dubbele diagnose’) komt veelvuldig voor: mensen met een psychische aandoening hebben (afhankelijk van de aandoening) een verhoogd risico op het ontwikkelen van problemen met alcohol en drugs en omgekeerd hebben mensen met een aandoening in het gebruik van een middel ook een verhoogd risico op het ontwikkelen van psychische problemen [1,2,3].

Inleiding

Lange tijd werd de behandeling van beide problemen standaard gescheiden van elkaar uitgevoerd. Het komt nog altijd voor dat GGZ-instellingen meer ernstige problemen met alcohol en drugs hanteren als exclusiecriterium voor behandeling en verslavingszorginstellingen vice versa. Met name mensen met zeer complexe of ernstige problematiek (bijvoorbeeld door hevige interactie tussen beide probleemgebieden) kunnen op veel plekken niet terecht. Juist voor hen is het echter belangrijk dat beide problemen tegelijk en in gezamenlijkheid worden aangepakt, aangezien middelenmisbruik en psychische problemen elkaar beïnvloeden en in stand houden [4,1,5].

Je moet ingelogd zijn om de rest van de inhoud te bekijken. Alsjeblieft . Geen lid? Join Us